De familie is makkelijk herkenbaar aan de robuste bouw en knotsvormige antennen van de wespen. Tot deze familie rekenen we enkele van de grootste wespen in de Lage landen. De soorten leven in kruiden, struiken en loofbomen. Veel soorten worden inmiddels slechts sporadisch waargenomen. Bij enkele soorten overwinteren de stevige cocons aan de takken van de voedselplant. In de collectie van Naturalis kom je diverse, vers opgeprikte exemplaren tegen met daarnaast de uitgekweekte cocons uit het eind van de 19e en begin 20eeeuw.
In Nederland en België zijn een 19-tal soorten aangetroffen, meestal verdeeld over 5 genera. De dieren zijn op naam te brengen met Taeger (1998), al is bijvoorbeeld het genus Trichiosoma aan revisie toe.