Wespen met brede, afgeplatte lijven en lange antennen met meer dan 18 leden. Snelle vliegers. De larven leven op naaldbomen of loofbomen, – struiken. Sommige larven maken gezamenlijke spinselnesten, anderen leven solitair (Mol 2010) of in paren in aan elkaar gesponnen bladeren. Sommige soorten kunnen in dennen- of sparren-aanplant massaal optreden en tot een plaag uitgroeien.
De Pamphiliidae kunnen op naam gebracht worden met van Achterberg & van Aartsen (1986) en Viitasaari (2002).